Bij het kopen, bouwen of renoveren van een woning, is het gebruikelijk om bij verschillende banken te informeren naar hypothecaire leningen om de meest gunstige rente op de markt te vinden voor het gewenste woonkrediet. Bij het afsluiten van een lening brengt de betreffende bank administratiekosten in rekening. Volgens de wet zijn deze dossierkosten beperkt tot een maximum van 500 euro per hypothecaire lening. Dit maximum werd in 2017 ingesteld door de toenmalige federale regering-Michel.
Deze maatregel werd ingevoerd nadat het Prijzenobservatorium, onderdeel van de FOD Economie, had vastgesteld dat kredietinstellingen sinds 2014 de dossierkosten voor woonkredieten gemiddeld met ongeveer 50 procent hadden verhoogd, van 320 euro tot 479 euro, met uitschieters naar boven de 500 euro.
De huidige federale regering-De Croo heeft besloten om opnieuw in te grijpen. Minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) stelt dat alle kredietinstellingen nu, in tegenstelling tot het verleden, de dossierkosten hebben verhoogd tot het maximumbedrag. Dermagne benadrukt dat deze kosten het voor mensen moeilijker maken om een eigen woning te verwerven, vooral voor kleinere leningen, omdat het om een vast bedrag gaat.
Daarnaast wordt er steeds vaker online bankieren toegepast en verminderen banken hun fysieke kantoren en dienstverlening. Dermagne merkt op dat de kostenbesparingen die dit met zich meebrengt, niet aan de consument worden doorberekend.
Eind juli kreeg Dermagne goedkeuring op de ministerraad voor een verlaging van het kostenplafond. Bij koninklijk besluit is vastgelegd dat kredietinstellingen vanaf 1 januari 2024 nog maximaal 350 euro dossierkosten mogen aanrekenen voor het afsluiten van een hypothecaire lening. Deze daling heeft ook gevolgen voor de dossierkosten bij herfinancieringen bij dezelfde kredietverstrekker. Vanaf 2024 zal het plafond voor herfinancieringen 175 euro bedragen, in plaats van de huidige 250 euro.
Hoewel de consumentenorganisatie Test-Aankoop gematigd tevreden is met deze kostenverlaging, had zij gepleit voor een volledige afschaffing van de bankkosten bij woonkredieten, gezien de winsten die banken reeds behalen uit het verstrekken van hypothecaire leningen. Niettemin beschouwt Test-Aankoop de regeringsmaatregel als "een stap in de goede richting."
Een belangrijke opmerking is dat sinds 1 januari 2022 voor iedere woning waarvoor een krediet wordt aangevraagd, een schatting van de waarde vereist is. Deze waardeschatting dient als garantie voor de bank in geval van mogelijke wanbetaling, waarbij de woning als onderpand fungeert. Aan deze schatting kunnen kosten verbonden zijn, met name wanneer een expert ter plaatse moet komen. De kosten hiervoor variƫren sterk tussen verschillende banken, waarbij sommigen geen kosten aanrekenen bij gebruik van eigen statistische modellen, maar voor een extern schattingsverslag is een bedrag van 200 tot 300 euro niet ongebruikelijk.